vrijdag 19 september 2014

Bij gebrek aan antwoorden ging ik soms sneller wandelen.

Feit van de week: verwelkom een volwassenleven. Het bibberend bang zijn heeft plaatsgemaakt voor volbloed ambitie. Ik geef toe dat ik het leven als werkzoekende al beu was. Na twee weken leek ik een krak te zijn in sollicitatiebrieven schrijven, mijn tekst te voorzien van de nodige poëzie, vacatures opsnorren etc. Het wachten en ondertussen weinig doen, is geen leven voor een mens als ik. De schrijfsels bleven aan de kant liggen. De muizenissen slopen opnieuw onopgemerkt in het hoofd. Af en toe vloekte ik dan eens in alle stilte en ging gewoon maar door zoals wij, mensen, dat meestal doen.

Dan was er opeens geheel onverwachts het allereerste sollicitatiegesprek. Ik die liever schrijver dan prater ben, moest het daar gaan uitleggen. Ter voorbereiding had ik de laatste dagen af en toe in de spiegel tegen mezelf gepraat, kocht ik een nieuwe outfit en knutselde ik een artistiek portfolio bijeen. Ik uit zenuwen het best in alle soorten van enthousiasme en kan dat zo meestal bijzonder goed verstoppen.
En dan doe je dat gewoon. Glimlachen, grote gebaren en knikken. De stress was in mijn eerste zinnen gekropen en in de rode plekken in mijn nek. Op het einde bedankte ik hen en wandelde weg. De volgende dag zat er al goed nieuws op mail. Vroeger dan gepland. Ik ben namelijk ook zo’n soort mens dat nu in haast en spoed nog een rijbewijs moet zien te halen en de daar bijbehorende autofobie voor moet overwinnen. Het studentenleven heb ik met pijn in het hart vaarwel gezegd. Ik trek straks glimlachend nog eens naar mijn dak en mijn fantastische buurman die het dit jaar moet stellen met een andere, laat ik er maar vanuit gaan, minder toffe buurvrouw. Van mijn Brussel dat ik tijdelijk ruil voor een Brugge. Dat het ondertussen ook rommelt in al wat altijd vertrouwd en dichtbij is, dat ik denk dat fictie en realiteit soms te veel met elkaar te maken hebben, maakt van de afgelopen week een helse afwisseling van geluk en verdriet.
Eén maand geleden bevond ik me nog op 22 kilometer van het langverwachte Santiago en was ik al 400 km onderweg geweest. Ik had dagen achter de rug van denken en afzien, van leeg zijn en dat zo willen houden, van niets weten en denken dat het goed is, van tranen die er zomaar waren. Ik heb vaak gedacht: wat moet ik allemaal doen in mijn leven? Bij gebrek aan antwoorden ging ik soms sneller wandelen tot ergernis van mijn caminopartner, vloekte ik hardop of wentelde mezelf in stilte.


Ergens denk ik nu dat dit alles geen toeval is, dat de caminospirit in mijn hoofd en hart is gaan wonen, dat ik er een mooier mens van geworden ben, dat ik mag genieten van verdiend geluk, dat er uiteindelijk weinig te weten, maar veel te voelen valt en dat ik de moeilijkste caminovraag ingewisseld heb voor dit: wat moet ik allemaal voelen in mijn leven? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten