24 jaar jong ben ik, ik heb een
master op zak sinds juni en ben onmiddellijk fulltime aan het werk gegaan. Ik
betaal alle soorten van verzekeringen waarvan ik van de helft niet goed weet
waarvoor ik ze echt nodig heb en doe zelfs al aan pensioensparen. Ik ben
ambitieus en perfectionistisch, houd van katten, koffie en kunst en was
tijdelijk knock out, als het maar met een k begint.
Maandenlang combineerde
ik mijn fulltimebaan met het schrijven van een verhaal, het uitwerken van een
performance met een muzikant, het maken van een kinderboek, het bijhouden van
een blog, het halen van een rijbewijs en het copywriten voor een kunstmagazine
met daarnaast de nog zoveel andere besognes des levens. Minstens twee keer per
week ging ik fitnessen, één maal per week ging ik lopen en elke dag fietste ik
in totaal 16 kilometer naar het werk. Ik dronk groene thee, at superfoods en
sliep voldoende. Karen Damen zou het met me eens zijn volgens ‘de boekjes’ hield
ik er een ‘perfect’ leven op na. Ondertussen verloor ik ook mijn liefste
grootmoeder en niet veel later nog een dierbare. Ik was er kapot van, maar er
was geen tijd.
Het was op een
maandag, zoals maandagen altijd zijn. Een beetje te grijs, een beetje te moe,
een beetje te veel. Mijn lichaam had al eerder signalen uitgezonden. Het begon
met wat onschuldige vermoeidheid, gevolgd door tinnitus en een chronische
maagontsteking. Maandenlang heb ik die feilloos genegeerd onder het mom ‘niet
overdrijven’, gevoed door een portie schuldgevoel. We zijn met z’n allen liever
almaar sterk en gelukkig, dan kwetsbaar. Omdat dat nog altijd onterecht
synoniem staat voor zwakte. Bovendien slaat het nieuws ons constant om de oren
met besparingen, cijfers en feiten. Hoe we het met minder zullen moeten
stellen, hoe we meer en langer zullen moeten werken, hoe woonbonussen worden
afgeschaft, hoe onderwijs duurder wordt, etc. De beleidsmakers lijken immers overtuigd.
Mijn generatie jongeren zal rechttrekken wat al zolang krom zit. Politici hebben
ons in de vuurlinie gezet om er gezamenlijk plat op hun buik achter te gaan liggen.
Elke generatie heeft nochtans haar dromen nodig.
Steevast bleef ik met die dromen,
plannen en ideologieën rondhuppelen, op het einde tegen beter weten in. Ik was
er namelijk van overtuigd dat rust iets voor katten was, voor ontkateren op een
zondagochtend of voor senioren op hun oude dag. Tot die muur van maandagse realiteit
er was.
Aan kniezen,
kissebissen en klagen heb ik natuurlijk niets. Al zou ik de huidige Belgische
maatschappij, haar beleid en haar geknoei, net als zoveel anderen, als kiespijn
kunnen missen. Ik word stilaan kregelig van de permanente besparingsverhalen
waardoor ik het gevoel heb dat ik op mijn dromen, woorden, geluk en koffie zal
moeten besparen. Ook op mijn k’s dus. En ja, daar kan ik kwaad van worden.