Zaterdagochtend
bevond ik me in Enschede, Nederland. Wikipedia had me verteld dat het tegen de
Duitse grens lag. Toen ik vrijdagmiddag een telefoontje kreeg van een onbekend
niet-Belgisch nummer moest ik heel even slikken. Ik zei 'goedemiddag', terwijl
het duidelijk nog ochtend was. Een vrolijke stem verbeterde me eerst en deelde
me dan mee dat ik de publieksprijs van A.L. Snijdersprijs 2014 gewonnen had. Of
ik niet naar Enschede kon komen? Alles was geboekt en betaald. Live op de
Nederlandse radio, NPO Radio 4. Foto’s in de krant. Een artikel. Mijn hoofd
deed een beetje gek en wild. En daarna wildst. Ik moest ook zeker zwijgen,
voegde hij er nog aan toe op het einde. Gelukkig kan ik dat laatste verdomd
goed.
En
daar zat ik dan, als enige Vlaamse tussen de zeven genomineerden voor de A.L.
Snijdersprijs met wat verderop A.L. Snijders zelf en die blik van wijsheid en
mooie woorden. ‘Nou, je hoeft geen zenuwen te hebben, je weet dat je gewonnen
hebt.’ Dat hebben een aantal mensen tegen me gezegd. Ik dacht: dat helpt niet.
Maar de Nederlandse vriendelijkheid hielp me wel een eind op weg.
Ik
heb het niet zo voor voorlezen en in de spotlights staan, maar wat moet, doe ik
dan ook met overgave en bibberlip. Zeker dat laatste. Ik dacht nog, zo net voor
mijn eerste woorden: geniet, dit is jouw moment. Dat deed ik. Het was geen
moment van perfectie, maar van menselijkheid. Tijd heeft me ondertussen geleerd
dat het laatste wel beter en mooier en echter is.
Mijn
verhaal ‘Klaar’ schreef ik eens in een bui van woede en onbegrip. Ik wilde
snappen hoe dat eventueel zou zijn aan het bed zitten van een grootmoeder die
euthanasie op basis van ondragelijk psychisch lijden zou plegen. Op 1 november,
mijn verjaardag, heb ik het opgestuurd. 7 november is mijn grootmoeder
overleden. Niet door euthanasie, maar heel gewoon en oma-achtig in haar slaap.
Dat ik die prijs uiteindelijk won met dat verhaal heeft het grootst mogelijke verdriet verbonden met hevig feestelijk geluk. Ik heb de dag dan ook afgesloten
daar bij haar. Met wat verhaal, vreugde en verdriet. En dan ’s avonds met een
nieuwe portie woorden bij wat wijn.
Mijn
amai amai amai, waarmee de Nederlanders flink moesten lachen, heb ik geruild
voor wat omg’s en joepie’s. Dat het goed is te schrijven op momenten van
verward en verdrietig voelen, dat het het hoofd en hart beter maakt, dat oma
waakt aan hemelen, dat toeval niet bestaat en dat prijzen winnen verdomd leuk
is.
En
dan bij deze ook een vrolijke dankjewel aan allen die de moeite namen te
stemmen. Lezers dus, hoe zot fijn die te mogen hebben voor dit verhaal!