Blij
word ik niet van die cijfers in de krant. ‘Bang, neerslachtig, depressief, één Belg op drie heeft psychische
problemen’ En zo heeft ook 13,2% van de vrouwen last van hoofdpijn, dubbel zoveel
als mannen. 20% lijdt aan lage rugproblemen, 20% heeft artrose, 1,9% van de
Belgen heeft kanker, 8% een eetstoornis.
Eigenlijk
had ik niet veel cijfers nodig om te weten hoe niet goed het ging. Ik kon wel
even rondom mij kijken en dan hetzelfde vaststellen. Of toch ongeveer. Ik zie
die dingen, denk ik beter dan iemand anders, omdat ik vaak zwijgend observeer
en daarna ook iets durf te voelen in de zin van: shit, we zijn precies niet
goed bezig. Af en toe wil ik dat eens roepen hier. Hopend dat iemand ooit zal luisteren.
Het
artikel legt vooral de nadruk op de stijging van de psychische problemen bij
jongen mensen. Volgens één de professoren mogen we daarbij niet vergeten hoe
groot en zwaar de economische crisis daarbij kan zijn. Die onzekerheid die ze
meebrengt, terwijl wij tussen al ons geperfectioneer liever houvast hebben,
zekerheden tussen die flarden van besparingen en werkeloosheid. We willen
daarenboven ook nog vaak de beste, leukste, liefste, mooiste, enthousiaste mens
zijn die er bestaat. Vaak vergeten we ook waarom we dat doen, maar zijn gaan
wennen aan het doen en dus doen we maar gezapig door. We hebben geleerd dat het
eerst goed moet zijn voor anderen, dat er straks wel geluk te rapen valt ergens,
ooit dat moet wel na dit alles, dat zwijgen beter is dan praten, dat altijd
doorgaan vast gemakkelijker moet zijn dan even stilstaan en voelen.
Heel
onbewust en ongewild, beetje bij beetje, af en toe, en soms ook niet, slepen
wij wat last mee. Daarna nog meer. En meest. Tot het een gewoonte wordt en wij
dan maar zeggen: ‘op uw tanden bijten moet je doen en je hebt sterke tanden.
Mijn oma zegt dat soms. Ik moet daar meestal om glimlachen. Vroeger waren ze
vast experts in dat harde leven doen.
Tijdens
het lezen van dit artikel moet ik almaar denken dat het waar is. Dat wij jonge
mensen met een ongelofelijk teveel door het leven huppelen en dan denken dat
het altijd goed komt. Meestal. Dat dat teveel stiekem een leegte is die wij dan maar nodeloos vullen met alles en niets. Dat wij pijntjes weglachen en grote verhalen
negeren, zeker die van vroeger, daar in de donkere plekken van een hoofd. Dat
wij op sociale media levens hebben die mooi en fotoachtig goed zijn en dan
opgelucht met die illusies leven, alsof dat ook bijna echt leven is.
‘Een
alarmsignaal’, noemt Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen dit. En
dat is. Ik zou van mijn woorden bellen willen maken om ze voor u te luiden. Dat
wij misschien heel even tussen zoveel leven dat soms aanvoelt als overleven,
wat tijd mogen maken om te zuchten zomaar omdat het mag, om stil te vallen
zomaar omdat dat nodig is, dat wij niet denken dat alles in een leven verdiend
moet worden, dat wij durven te weten dat het geluk soms heel gewoon ligt in het
met en bij uzelf durven te zijn. In die eerlijkheid en moed om dan af en toe te
zeggen: ‘bon, nu even niet. Ik wil mezelf vandaag een heel klein beetje redden.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten