zondag 27 maart 2016

Brief aan mijn onbestaand kind.

Liefste kind,

Wat heb ik me al suf gepiekerd de laatste dagen over wat je worden zal en hoe, dat de wereld niet de plaats is zoals ik je hem eigenlijk wilde geven. Maar het was geen kwestie van kiezen.

Van alle gruwelijke dingen wil ik je de pijn besparen, omdat dat iets is voor volwassen mensen, en dan nog. Het liefst wil ik dat niemand iets te lijden heeft, maar ik heb geleerd dat dat niet kan. Ik vraag me af wat jij zult leren?

Liefde, weet ik, is het antwoord op alles wat in een leven moeilijk is. Dat dat tijd vraagt, liefhebben en houden van, en tegenwoordig moet alles zo ontzettend snel gaan. Ik ben daar altijd bang voor geweest, dat we daardoor essentiële dingen verliezen, onszelf bijvoorbeeld, terwijl jij dat nog volop moet worden.

Natuurlijk zal ik je verhalen vertellen, sommige daarvan heb ik zelf geschreven. Het gaat om werelden creëren met woorden, betere varianten voor de plek die we delen, maar het is niet vluchten. Het is schuilen, en tijdelijk en er dingen leren die enkel daar te leren vallen. Dat de wereld nood heeft aan schoonheid, en dat dat verschillende vormen kan aannemen. Jij mag kiezen welke en je zult daar om glimlachen.

Wat ben ik bang voor de dag dat ik niet elke minuut van je bestaan van veiligheid zal kunnen garanderen, maar ik zal vertrouwen hebben dat jij groeit en de mens wordt die je altijd al moest zijn. Het zou mooi zijn om daar elke dag in te geloven en dat hoop te noemen. Dat we mogen hopen, en dat samen doen.

Op alle vragen die je me ooit zult stellen, zal ik niet altijd een juist antwoord hebben, wat ik moeilijk zal vinden. Maar de twijfels zal ik met je delen, je handen vasthouden en door je haren strelen. Dat sommige dingen in dit leven gigantisch verkeerd zijn, zal je leren door ook verkeerde dingen te doen en je daar later voor te excuseren.

Er zullen dagen zijn waarop alles verschrikkelijk lelijk is, omdat mensen lelijke dingen doen en daar soms zelfs geen reden voor hebben. Je zult huilen, ik ook, naast elkaar waar de troost begint. We zullen het niet begrijpen, maar dat samen doen, verenigd blijven en zijn. En beseffen dat haat niet het weerwoord is dat iemand ooit nodig heeft, integendeel.

Liefste kind, van alle dingen die je zult worden, hoop ik dat je boven al een fort van bodemloze liefde mag zijn, voor jezelf, voor alle anderen die je ontmoeten zal. Dat je daarin mag huisvesten wat je hoofd en hart nodig heeft. Dat je elke dag met mildheid naar jezelf kan kijken, uit elke gemaakte fout mag leren,  bang mag zijn en moedig, wilds en vol vertrouwen elke dag laten tellen.

Liefste kind, de wereld zoals ze vandaag is, is misschien niet bijzonder mooi, maar jij wel, en met elke blik in jouw richting raak jij het mooie, oprechte echte in mij.

Liefste kind, wat zie ik je ontzettend graag. Er zal de dag zijn waarop wij elkaar voor het eerst ontmoeten, en in dat eerste moment zullen wij een eigen taal beginnen, die van warmte en zachtheid.

Mijn liefste kind, ooit zal je van mijn wereld een betere plaats maken, tot dan is het mijn plicht om van de huidige een betere te proberen creëren, op microniveau, voor alle (ongeboren) kinderen en de dromen, voor mezelf, voor alle mooie mensen, voor de wereld, want leven is liefde en omgekeerd.

Veel liefs,

Lies


zaterdag 26 maart 2016

Goudvis.

Beter is het nooit iets te verlangen, ook geen gemakkelijke dingen, zoals een x’je na een punt in een zin die zegt: ik heb je lief. Er ligt een hand op je schoot net tussen je billen die je vraagt te blijven. Dat doe je niet, omdat niemand je dat ooit geleerd heeft.

Onderweg kom je drie dingen tegen die je absoluut moet onthouden. Een hond die streepje voor streepje het zebrapad oversteekt en daardoor hoopt te veranderen in iets wat geteld kan worden, muntjes bijvoorbeeld. Een oudere dame die het liefst twee jaar geleden al wilde sterven, maar zichzelf uitdoven durft ze niet. Een twijfelaar die eigenlijk een vrij normale pas heeft, maar voor stoplichten krijgt hij het moeilijk omdat die alle twijfels wegnemen.

Je wil nog tegen mensen praten, ze vertellen hoe je er vanbinnen uitziet, welke emoties je elke dag verliest door te zwijgen. In bomen wil je kerven hoe verliefd je bent om eindelijk te weten welke kleuren dat allemaal heeft. Je wil spaghetti eten als ontbijt om jezelf ervan te overtuigen dat je speciaal bent. En het liefst wil je iets studeren dat memorabel is zodat je ouders later gelukkig kunnen sterven.

Uiteindelijk wil je ook minder willen, omdat ze zeggen dat dat ongelukkig maakt. Maar aan sommige adviezen heb je soms zo weinig dat je liefst het tegenovergestelde doet. Je goudvis heb je, bijvoorbeeld, geen naam gegeven, omdat hij toch nergens heen moet. Hij blijft alleen in cirkels zwemmen. Of dat echt bestaan is, weet je niet.


Je hebt je verdriet om van alles ook uitgesteld voor onbepaalde tijd, omdat het later gemakkelijker wordt, zeggen ze. Alsof het zo gaat krimpen en alle woorden die erbij horen verkleind worden. Dat je verdriet een verdrietje wordt en het alleen nog een minuutje nodig heeft om in zijn plooitje te vallen. En in elk hoekje daarvan val je genadeloos mee. 

woensdag 9 maart 2016

Licht is waar geen schaduw is, zeg je.

Het is goed om te weten wat op de bodem ligt als je in je hoofd kijkt. Onder de laagjes van tijd, een meisje van negen dat met handen en voeten spoken uit de kamer jaagt, ze zitten in d’r lichaam. Daar wordt verder niet gesproken en met elke stilte begrijp je iets anders tot je opnieuw geboren wordt. Wat wit is, begraaft een plaats van mogelijkheden, weet je. En weten is uiteindelijk ook een vorm van beginnen.

Het liefst van al kijk je gewoon, terwijl er iemand naast je zit die naar jou kijkt. Je blik volgt, weet wat je daarin denkt. Van alle zwart is dat wat jij bewoont mooist, zegt hij. Je lepelt het uit om er later de vruchten van te plukken. Er iets van te maken dat zinvol is, dat het alle woorden mag hebben waardoor het er ruikt naar thuiskomen. Het moet een geheel worden van verschillende delen die je telkens met een ervaring betaald hebt tot je weer een lichaam hebt.

Misschien gaat het daar zelfs niet om, zegt hij, dat niet over alles boeken geschreven moeten worden. Soms gebeurt het dat keuzes momenten worden waarin alle bestaanbare toekomsten en verledens samen zitten, en jij de enige bent die hen het zwijgen kan opleggen. Je slaat je armen om hem heen, wil bij voorkeur wegwaaien én blijven.

Als ik sterker was, zeg je, terwijl je op de toppen van je tenen gaat staan, dan hoefde ik niets en kon ik alles. Wat geloven daarin eigenlijk doet, is je buigzaam maken in plaats van breekbaar. Dat als elke dag toch gewoon als een andere is, je de zon verplaatst tot die samenvalt met elke leeftijd die je wilde vergeten. Licht is waar geen schaduw is, zeg je. Licht is waar alles gewichtloos is, voor wie het van zwaartekracht wint, voeg je nog toe.