Geachte heer Dewinter
Ik nodig u uit op de schoolbanken van een OKAN-klas, de
Onthaalklas voor Anderstalige Nieuwkomers. Velen onder hen zijn kinderen van
‘de mensen die hier zonder centjes aankwamen’ en die volgens u ‘weinig
meerwaarde bieden’, bron vrtNWS. Graag plak ik voor u een gezicht op de ‘verkeerde
nieuwkomers’.
Mijn leerlingen leren de taal en dus ook hun blik verruimen,
omdat zij vaak iets moeten uitleggen met handen en voeten. Daardoor ontdekken
zij de kracht van ontelbare Nederlandse (werk)woorden. Kijken wordt twee
vingers die naar de ogen wijzen. Schrijven wordt een hand die een sierlijke
beweging maakt. Nadenken wordt een tik op de slapen. Lezen wordt een wijsvinger
die over papier gaat. Luisteren wordt het trekken aan een oor.
Zij voorzien onze Nederlandse taal van plasticiteit. En als
dat nog niet volstaat, wat kan, springt er een andere leerling enthousiast bij
die vertaalt. (Ja, het gebeurt, en wat is het mooi als we elkaar eindelijk
begrijpen.) En waar taal niet nodig en overbodig is, vinden we elkaar steevast
opnieuw, in de glimlach, in het wederzijds respect voor elkaars achtergrond, godsdienst
en meningen.
Zij met hun vele uiteenlopende verhalen die daar vaak in hun
latere leven een zware prijs voor moeten betalen. Sommigen blijven zwijgen en
lachen. Anderen worden boos, omdat wie geen manier én taal vindt om verdriet te
uiten vaak terugvalt op woede.
Zij die soms maanden alleen onderweg zijn geweest, zij die
voor hun leven hebben gevreesd. Zij met gebroken gezinnen. Zij die opnieuw van
nul moeten beginnen. Zij die vaak het liefst in hun thuisland waren gebleven,
zij die het nodige moesten doen om die vreselijke oorlog te overleven.
In een OKAN-klas zit de wereld samen, meneer Dewinter. Wij
concentreren ons dagelijks op alle gelijkenissen en halen uit de verschillen
een kracht om mee te bouwen aan dat noodzakelijke wij-verhaal. Bij ons staat
elk kind en dus ook elk leven centraal.
Goede groet
De ‘verkeerde’ nieuwkomers en OKAN-leerkracht, Lies
Geen opmerkingen:
Een reactie posten