Vandaag
heb mijn haar korter geknipt en wat witter gekleurd. Gekheid, omdat ik daar
nood aan had en omdat ik kapsels vaak te snel beu word. Nu ik werk houd ik me wat
in, maar stiekem vind ik dat eigenlijk een stomme reden. Als ik bij jou zondags
zou langskomen, had jij dat natuurlijk als eerste gezien. Jouw ogen deden het
niet altijd zo goed, zei je wel eens, maar oog voor detail had je zonder meer, daar
kon zelfs ik nog iets van leren.
Op
één of andere manier is je horloge opnieuw beginnen tikken. Ik schrok me een
bult toen ik het opmerkte, had dan een enorme krop in de keel en straalde
vervolgens van zoveel klein geluk. Ik geloof niet meer in toeval, weet ik nu. Ik
geloof in het samenspel van meant to be’s, van ontmoetingen die er moesten
zijn, van onbewust weten en voelen, van waken over dromen en toekomst in hemelen. Zo weet ik zeker dat je mijn woorden donderdag gehoord hebt, want jij
had daar de juiste oren voor. Ik had toen ook een krop in de keel, maar dat was
zo’n juist geplaatste krop waarin alle verdriet en leven gekropen was.
Morgen
is het zondag. Dat was jouw dag. Ik heb je de laatste twee jaar zonder twijfel
te weinig bezocht en daar zijn eigenlijk geen geldige excuses voor. Ik ben ook
boos geweest, denk ik, toen jij midden oktober beslist had euthanasie te plegen. Iets in mij
kon dat niet begrijpen, maar dan ook, ergens snapte ik je honderd procent. Ik
bedoel jij had mijn boek niet gelezen, maar we hebben er toch over gepraat.
Voor je kerst ging ik je een audioversie cadeau geven. Ik was al een tijdje bezig
met inlezen, maar wat niet perfect was, deed ik zonder meer opnieuw en het werd
daardoor een werk van lange adem, maar ik had je het zo graag gegeven.
Misschien hoopte ik dat je erdoor van gedacht ging veranderen. Maar dat maakt
van mij ergens een egoïstisch mens.
Je
was de lijm tussen zoveel verschillende levens die ik allemaal geleefd heb en
leef. Je was supporter van de allerbest en mooiste soort. We waren stiekem
primusjes van de klas en hebben het nooit goed gevonden met rijbewijzen halen.
Ik zag in jou heel veel mij en omgekeerd was dat ook zo. Dat hoorde ik aan de
manier waarop je mijn naam uitsprak. Zo kan niemand dat.
Ik
zit er de laatste tijd bij met wat spijt, terwijl ik mezelf het tegendeel
beloofd had, toen je aanvraag voor euthanasie officieel was ingediend, maar dan
ook, ik had je geen mooiere dood toegewenst dan diegene die je kreeg. Zomaar en
plots, ja, dat klopt nu echt wel.
Hoewel
ik al twee jaar een verhaal schrijf over verdrietige mensen, ben ik verre van
een verdrietig mens zoals ik ze daar beschrijf, zie ik de dingen allesbehalve
duidelijk, voel ik soms te veel om het nog goed te weten, maar in woorden is alles altijd goed, helder en juist, zoals nu. Daar drinken wij koffie samen
en eten we taart, daar zit Mine terug bij ons op de schoot en draaien we samen
balletjes voor in de soep, daar eet ik nog alle snoepjes die je voor me kocht en drink ik meer Cola dan ik eigenlijk zou mogen, daar
springen we nog samen op de sofa en blijven we stiekem veel te lang op, daar is
alles heel gewoon voor altijd van jou en mij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten