Ik
woonde daarnet een infosessie bij in het VAF (Vlaams Audiovisueel Fonds) hier
in Brussel. Net zoals vele andere master- en bachelorstudenten uit alle soorten
richtingen: film, animatie, documentaire, televisie, schrijven,... Ondergedompeld
in de grote boeiende film- en televisiewereld. Allemaal met één of andere doel
in dat hoofd van ons. Jong en ambitieus. Dromers van de beste soort, zoveel is
zeker.
Er
waren verschillende mensen aanwezig die hun praatje enthousiast en minder
enthousiast hielden over Mediarte, Het Kunstenloket, Creatief Europa Programma
Media en het VAF zelf. Schitterend veel informatie waarvan ik steeds dacht: dat
mag ik niet vergeten. Ik noteerde veel en mijn to-dolijstje groeide gretig in
mijn hoofd: beter Frans leren, gratis stages doen zo overal, CV’s opstellen en
opsturen, mooi glimlachen, de juiste attitude hebben, rondbellen en -mailen en
ondertussen leven, dat ook.
In
de zaal werden vele vragen gesteld die zochten naar allerhande details die de
toekomst tot in zijn kleinste perfectie kon voorbereiden, want straks dan moet
het allemaal. Met de dromen in onze handen en ons hoofd ergens aan de bak
komen. Bibberend om het gebrek aan zelfvertrouwen en de vele vervelende vragen. Stil
omdat van alles tegelijkertijd moeten zijn en doen best veel is. Twijfelend,
omdat iets maken, schrijven, tekenen toch diep vanbinnen heel lang alleen van
jou geweest is en je eigenlijk niet weet of de wereld of ons Vlaanderen er iets
van zal lusten.
Ik
zat er aandachtig luisterend drie uur lang en een vriendin van mij grapte nog: ‘Laten
we maar bij de Lidl gaan werken.’ Ik heb er breed om gelachen en hoopte: ‘Och,
laat het allemaal goed in zijn plooi vallen.’ En ergens ben ik ook bang dat ik straks
misschien anders moet gaan dromen en ik dat eigenlijk helemaal niet wil.
Onderweg
naar huis praatte ik nog wat na met twee medestudenten schrijven. Allemaal op
één of andere manier angstig voor het niet-weten, het grote onbekende dat de
toekomst is. We stelden vragen, werden stil, staken elkaar hartjes onder de
riem, gaven elkaar spreekwoordelijke schouderklopjes en mooie moedige woorden.
We deden elkaar opnieuw geloven in het straks en ons eigen eindwerk met het
grote jurymoment en ik dacht nog: dit alles is misschien nog het schoonst zo
samen bibberend bang zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten