Al
heel lang ben ik in datzelfde hoofd van mij bezig met een verhaal dat straks af
moet zijn. Op zichzelf kan bestaan en meer nog klaar om gelezen te worden, misschien.
Een roman al neem ik het woord zelden in de mond, omdat mijn ikje wat moeite
heeft met zoiets gigantisch groots.
De
befaamde laatste loodjes, zo zeggen zeg. Dagelijks, hard werkend om het geheel
te voorzien van die gevoelige toon, van een rollend ritme, van hemelse vrolijkheid,
van de nodige scherpte en dieptes die kunnen raken. Zo ergens vanbinnen waar
geen woorden meer zijn. Dat hoop ik.
Een
evenwicht dat ik als beginner zoek met veel trial en error, koorddansend met
jezelf en al de rest. Vloekend, soms. Nu wat snotterend, omdat mijn gezondheid
door het ferm zomerse weer uit zijn gewone doen is.
Dit
alles is mijn masterproef aan het Rits in Brussel. Juist, ik ben een studerend
schrijver en u leest dit misschien met gefronste wenkbrauwen waarvoor ik alle
begrip heb. Het is een bijna paradox, maar een heel schone dan. In de geweldige
cocon van student-zijn, heb ik in alle uithoeken van mijn lichaam gretig
gezocht naar talent of iets dat in de buurt kan komen. Met af en toe een deksel
op mijn neus en een muur tegen mijn hoofd. Zo botsen om meer te kunnen weten
over jezelf, om kwetsbaarheden te laten thuiskomen in een vol leven, om eigenaar te worden van elke tijd, elk moment. Ik geloof daar
wel in.
Ik
heb heel lang tegen mezelf moeten praten. In de spiegel soms. Belachelijk echt,
om de eerste woorden op dat te witte papier te kunnen krijgen. Hels was dat. En
als ze daar dan eenzaam stonden, dacht ik al te vaak: ‘Ach, jij met jouw woorden
altijd. Waar ben je toch aan begonnen?’
Nu
weet ik al een beetje dat zo herhaald afvragen waarmee je bezig bent, meestal
geen goed idee is. Het blokkeert, het hapert, het stopt, het valt stil. Zak en
as en meer en dieper. Niet te veel nadenken, kan wel zo’n slagzin zijn voor eventueel
succes. Maar toegegeven ik heb daar absoluut geen talent voor.
Toch
lijkt alles zo gaandeweg organisch in zijn plooi te vallen. Op één of andere
manier met volle twijfels en een overdosis volbloed enthousiasme. En aan mijn
zijde een toppromotor, Diane Broeckhoven, die er altijd is met de juiste
woorden, tips en aanmoedigingen allerhande zo aan die zijlijn met wat thee en
lekkere koekjes. Dat ook.
Straks
dan moet het maar gebeuren. Dat indienen en niet meer terugkunnen, dat loslaten
zonder sluitende perfectie, dat uit handen geven en gelezen worden. Van die geprivilegieerde
cocon naar de andere werkelijkheid, de te grote wereld om misschien nog meer
deksels op de neus te krijgen en muren tegen mijn hoofd. En dan ook hier
springen: met een hop-hoop-hopgevoel. Om alle dromen te doen en te doen dromen.
Om te durven voluit vallen hier en nu. En dan morgen ook, opnieuw.
Leuk, erg leuk te lezen dat jij met je hoofd vol woorden en je steeds weer lege pen inkt van al dat schrijven, eelt op je vingers en een wazige blik van het herlezen van wat je in je hoofd al meerdere keren de revue hebt zien passeren, een boek aan het schrijven bent. Misschien ;.) (Jouw stopwoordje) Veel succes met je schrijfsels. Was jij de Gallez die al haar eigen songteksten schreef in het zesde. Na vele jaren en vele zussen weet ik het niet meer. Erik Devlies
BeantwoordenVerwijderenDank je! Ik was inderdaad die Gallez die nu de dromen verlegd heeft op wat ik altijd al wilde bereiken: mijn eigen boek. Misschien ;) Fijn op deze manier nog eens van je te horen. L.
Verwijderen