dinsdag 15 april 2014

Ach, jij met jouw woorden altijd. Waar ben je toch aan begonnen?

Al heel lang ben ik in datzelfde hoofd van mij bezig met een verhaal dat straks af moet zijn. Op zichzelf kan bestaan en meer nog klaar om gelezen te worden, misschien. Een roman al neem ik het woord zelden in de mond, omdat mijn ikje wat moeite heeft met zoiets gigantisch groots.

De befaamde laatste loodjes, zo zeggen zeg. Dagelijks, hard werkend om het geheel te voorzien van die gevoelige toon, van een rollend ritme, van hemelse vrolijkheid, van de nodige scherpte en dieptes die kunnen raken. Zo ergens vanbinnen waar geen woorden meer zijn. Dat hoop ik.
Een evenwicht dat ik als beginner zoek met veel trial en error, koorddansend met jezelf en al de rest. Vloekend, soms. Nu wat snotterend, omdat mijn gezondheid door het ferm zomerse weer uit zijn gewone doen is.
Dit alles is mijn masterproef aan het Rits in Brussel. Juist, ik ben een studerend schrijver en u leest dit misschien met gefronste wenkbrauwen waarvoor ik alle begrip heb. Het is een bijna paradox, maar een heel schone dan. In de geweldige cocon van student-zijn, heb ik in alle uithoeken van mijn lichaam gretig gezocht naar talent of iets dat in de buurt kan komen. Met af en toe een deksel op mijn neus en een muur tegen mijn hoofd. Zo botsen om meer te kunnen weten over jezelf, om kwetsbaarheden te laten thuiskomen in een vol leven, om eigenaar te worden van elke tijd, elk moment. Ik geloof daar wel in.
Ik heb heel lang tegen mezelf moeten praten. In de spiegel soms. Belachelijk echt, om de eerste woorden op dat te witte papier te kunnen krijgen. Hels was dat. En als ze daar dan eenzaam stonden, dacht ik al te vaak: ‘Ach, jij met jouw woorden altijd. Waar ben je toch aan begonnen?’
Nu weet ik al een beetje dat zo herhaald afvragen waarmee je bezig bent, meestal geen goed idee is. Het blokkeert, het hapert, het stopt, het valt stil. Zak en as en meer en dieper. Niet te veel nadenken, kan wel zo’n slagzin zijn voor eventueel succes. Maar toegegeven ik heb daar absoluut geen talent voor.
Toch lijkt alles zo gaandeweg organisch in zijn plooi te vallen. Op één of andere manier met volle twijfels en een overdosis volbloed enthousiasme. En aan mijn zijde een toppromotor, Diane Broeckhoven, die er altijd is met de juiste woorden, tips en aanmoedigingen allerhande zo aan die zijlijn met wat thee en lekkere koekjes. Dat ook.


Straks dan moet het maar gebeuren. Dat indienen en niet meer terugkunnen, dat loslaten zonder sluitende perfectie, dat uit handen geven en gelezen worden. Van die geprivilegieerde cocon naar de andere werkelijkheid, de te grote wereld om misschien nog meer deksels op de neus te krijgen en muren tegen mijn hoofd. En dan ook hier springen: met een hop-hoop-hopgevoel. Om alle dromen te doen en te doen dromen. Om te durven voluit vallen hier en nu. En dan morgen ook, opnieuw. 

2 opmerkingen:

  1. Leuk, erg leuk te lezen dat jij met je hoofd vol woorden en je steeds weer lege pen inkt van al dat schrijven, eelt op je vingers en een wazige blik van het herlezen van wat je in je hoofd al meerdere keren de revue hebt zien passeren, een boek aan het schrijven bent. Misschien ;.) (Jouw stopwoordje) Veel succes met je schrijfsels. Was jij de Gallez die al haar eigen songteksten schreef in het zesde. Na vele jaren en vele zussen weet ik het niet meer. Erik Devlies

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank je! Ik was inderdaad die Gallez die nu de dromen verlegd heeft op wat ik altijd al wilde bereiken: mijn eigen boek. Misschien ;) Fijn op deze manier nog eens van je te horen. L.

      Verwijderen